nl maakte uit (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl maakt uit (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl maken uit (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl maakten uit (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitmaak (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitmaakt (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitmake (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl make uit (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitmaakten (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitgemaakt
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl maak uit (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitmakend
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary
nl uitmaakte (v)
― FormOf ⟶
Weight: 1.0
nl uitmaken Source: English Wiktionary